OTM5, wat kun je er nu mee?

Er wordt steeds meer geschreven en gesproken over het Open Trip Model (OTM), versie 5.0. Niet gek, want sinds de standaard is ondergebracht bij SUTC zijn al diverse uitbreidingen doorgevoerd. SUTC zorgt namens TLN en evofenedex in samenwerking met Dalti voor de verdere ontwikkeling, adoptie en implementatie van OTM. Hierdoor is het model voor iedereen in de logistieke sector beschikbaar. Een groeiend aantal leveranciers oriënteert zich op de mogelijkheden van deze nieuwe logistieke taal. Inmiddels hebben diverse gerenommeerde partijen de handschoen opgepakt om een OTM5 interface daadwerkelijk te ontwikkelen. OTM is inmiddels ook de taal, die is opgenomen in basis data-infrastructuur, die door de markt en de overheid gezamenlijk wordt ontwikkeld de komende jaren.

De meningen over het slagen van standaarden in de logistieke wereld zijn nog steeds verdeeld. Is de kans op succes voor OTM5 anders? Dat ligt wel voor de hand, want met een reeks praktische voorbeelden probeer ik in deze blog een indruk te geven van de mogelijkheden. Wat kan er inmiddels en wat komt er nog aan?

  1. Het delen van een transportplanning

De oorsprong van OTM ligt bij Simacan. Jaren geleden hebben zij de eerste Control Tower voor Ahold gebouwd. Het doel was inzicht te krijgen in de transportstromen tussen de DC’s en de AH filialen. Dagelijks rijden honderden auto’s van meer dan 10 vervoerders in de retail distributie voor Ahold. Met de TMS-en en boordcomputersystemen van deze vervoerders zijn destijds unieke koppelingen gebouwd, zodat ritten vooraf konden worden aangemeld en de status van de ritten gedurende de uitvoering realtime gemonitord kon worden. Met de data en algoritmes van Simacan werden de ETA’s continu doorgerekend en up-to-date gehouden. Het mag duidelijk zijn dat de bouw van al deze koppelingen veel tijd heeft gekost. De ervaring van dit project heeft geleid tot de eerste versie van OTM, een uniforme taal voor de uitwisseling van planningen en statusupdates. Ritten (trips), die de planners van vervoerders maken, kunnen daags voor uitvoering in OTM5 worden doorgezet naar de Control Tower. OTM is flexibel waardoor trips op verschillende manieren gemodelleerd kunnen worden. Bijvoorbeeld met op elke stop een zending (consignment) die geladen en gelost moet worden. Dit is zeker handig voor use cases in distributie. Bij het doorsturen van een trip kunnen ook beperkingen (constraints) op elke stop aangeven worden. Bijvoorbeeld hoe laat je daadwerkelijk bij die stop moet zijn. Er zijn constraints voor tijden (track & trace), maar ook voor vervoertype (afmetingen van een voertuig of de vereiste temperatuur in de auto) of wegen (milieuzones, hoogte restricties). Het Control Tower concept van Simacan is goed aangeslagen, zeker in de retail wereld, want ook andere grote spelers maken hier inmiddels gebruik van. En de nieuwe integraties worden natuurlijk opgezet met OTM als standaard.

  1. Voertuig- en locatie updates

Als de ritten (trips) eenmaal worden uitgevoerd, is het van belang om regelmatig updates van de locatie te krijgen. Verder is het uiteraard van belang wat de status van de acties (laden, lossen) is. Voor track & trace functionaliteit ben je mogelijk niet geïnteresseerd in alle ritten, maar wil je wel weten welke actions (Load, Unload) er allemaal gebeuren voor één zending (consignment). De actions Load en Unload hebben lifecycles in OTM5. Deze kunnen op meerdere manieren voorkomen. De verwachte laadtijd kan bijvoorbeeld 10:00 uur zijn, maar door omstandigheden wordt het 10:15 uur. Uiteindelijk wordt de zending om 10:21 uur geladen. Er worden in dit voorbeeld drie Load actions gestuurd met hetzelfde ID, maar met een andere lifecycle (planned, projected en realized) en uiteraard een andere tijd. De volgende lifecycles zijn beschikbaar in OTM5: “requested”, “planned”, “projected”, “actual” en “realized”.

  1. Een transportopdracht delen

In het kader van papierloos transport is een aantal jaren geleden de standaard TLN transportopdracht door TNO vastgelegd. Hier had een expertgroep zich serieus verdiept had in de opzet van deze standaard. De minimaal benodigde velden voor een transportopdracht zijn toen gedefinieerd. Deze standaard is uiteindelijk door diverse TMS leveranciers omarmd en in hun basisversie opgenomen. Leveranciers als Art Systems, Centric, Rainbow Solutions en TANS bieden de mogelijkheid om deze standaard te gebruiken en deze wordt ook toegepast. Nadat OTM5 geïntroduceerd werd, zijn ook de eerste ideeën ontstaan om de velden van de transportopdracht in OTM5 op te nemen. Het was in eerdere OTM versies al mogelijk om zendinginformatie te delen, al was dit nog beperkt. In OTM5 zijn uiteindelijk entiteiten toegevoegd, waarmee de functionaliteit van de TLN transportopdracht werd opgenomen. Denk aan de gelaagdheid van goederenregels (via Goods, Items, TransportEquipment en mogelijk ook nog TransportHandingUnits), de diverse actoren (opdrachtgever, afzender, ontvanger) en de mogelijkheid om meerdere zendingen (consignments) onder een dossier (transportorder) te hangen. De TMS leveranciers TANS, Centric en Filogic hebben inmiddels een OTM5 interface voor transportorders ontwikkeld. Ook spelers op de markt van integratieplatforms, zoals Logistics Central, Powerblocks en Adabt (voorheen Tuutr) ontwikkelen interfaces voor order- en statusinformatie op basis van OTM5.

  1. Communicatie tussen TMS en boordcomputers

Iedere boordcomputer leverancier heeft zijn of haar eigen specificaties opgezet om te koppelen met TMS of planningssytemen. Hier zit in de meeste gevallen jaren van ontwikkeling achter. De bekende TMS-en hebben min of meer standaard koppelingen met de meest voorkomende boordcomputer systemen. Elke interface is met hun specifieke kenmerken weer anders opgezet. Dit heeft uiteraard invloed op het beheer van de verschillende interfaces. Een standaard zou hier meer dan wenselijk zijn. Met boordcomputer leverancier Prometheus is afgelopen jaar een business case opgezet om de uitwisseling van informatie tussen TMS en de boordcomputer (ritten, taken en statusmeldingen) op basis van OTM5 te laten verlopen. Dat is gelukt. Ook Filogic communiceert van en naar hun open TMS op basis van OTM5. In hun geval met de chauffeursapp van Data2Track. De verwachting is dat meerdere leveranciers voor deze opzet gaan kiezen.

  1. Logistieke data van gemeentes

Binnen het project “Data voor Logistiek” wordt gewerkt aan het centraal beschikbaar stellen van logistieke data. Hieronder vallen o.a. venstertijden, milieuzones, beperkingen in gewicht/lengte/hoogte/breedte, voorkeursroutes voor vrachtverkeer, parkeerplaatsen en parkeerverboden voor vrachtwagens. De data wordt beschikbaar gesteld aan de sector, zodat vervoerders de juiste voertuigen inplannen op de juiste routes. Dit helpt om het zoekverkeer in de binnenstad te verminderen. Het verbetert ook de verkeersveiligheid: chauffeurs hoeven minder vaak te keren of onwenselijke routes te gebruiken. Leverancier Matrixian is de uitdaging aangegaan om deze logistieke data van gemeentes digitaal aan te bieden. FiLogic is een van de eerste leveranciers die direct aan de slag is gegaan met de data. Planners krijgen in het TMS een melding als zij een rit plannen, die buiten de venstertijden valt. In technische zin vraagt Filogic informatie op door de beschikbare API’s van het Matrixian dataplatform aan te roepen. De opgevraagde data komt terug in JSON berichten, uiteraard volgens de OTM5 structuur. Meer informatie over de beschikbare data is te vinden via de link: https://dutchmobilityinnovations.com/spaces/1145/data-voor-logistiek/dataplatform.

  1. OTM5 bij uitwisseling data via DEFlog

Nu er steeds meer data beschikbaar komt, is het van belang om deze data centraal aan te bieden. Waar mogelijk zal de data ook omgezet moeten worden naar de te gebruiken standaarden. Hiervoor is het initiatief DEFlog gestart. Dit staat voor Data Exchange Facility Logistics. Het is een infrastructuur voorziening voor de logistieke sector, waarmee data uitgewisseld kan worden. DEFLog is er aan de ene kant voor vervoerders. Doordat het platform informatie (bijvoorbeeld over wegwerkzaamheden) beschikbaar stelt aan planningssystemen of boordcomputers, moeten er betere en efficiëntere routes gemaakt kunnen worden. Daarnaast is DEFlog er ook voor wegbeheerders, inspectiediensten en verkeerscentrales. Zij kunnen op basis van planningsdata (ritinformatie van aangesloten vervoerders) het verkeer beter regelen en sturen. Momenteel is al een tweetal use cases uitgewerkt en wordt er aankomend jaar nog aan een aantal nieuwe cases gewerkt. DEFlog moet gaan fungeren als draaischijf voor data waarbij de uitwisseling gebeurt in standaarden. OTM5 is daarvoor de aangewezen taal. Meer info over DEFlog: https://www.deflog.org/.

  1. Vervoersstatistieken door het CBS

Iedere vervoerder kent het wel: de vervoersenquete van het CBS. Over een bepaalde periode moet ritinformatie verstuurd worden naar het CBS. Sommigen doen dit handmatig en anderen hebben hiervoor een module binnen het TMS voor in gebruik. Het CBS werkt al geruime tijd met XML specificaties voor de aangeleverde ritinformatie. Vanuit SUTC zijn we dit jaar met het CBS gestart om een analyse te doen van OTM5 als taal om de benodigde ritinformatie aan te kunnen bieden. De eerste resultaten zijn hoopgevend. Vanuit het CBS wordt het gebruik van standaarden aangemoedigd en de ontwikkeling van OTM5 is ook daar zeker niet onopgemerkt gebleven.

  1. Digitale vrachtbrieven aanmelden in OTM5

Sinds het model is uitgebreid om ook data van transportopdrachten te kunnen delen, is het technisch gezien geen grote stap om informatie voor het indienen van een e-CMR in OTM5 aan te leveren. Hoewel er nog geen praktische case voor is opgestart, is een aantal partijen begonnen met de inventarisatie en eerste opzet. Hierover zal in 2021 zeker meer bekend gaan worden.

  1. Data voor de Carbon footprint

De komende jaren zal veel aandacht uitgaan naar het terugdringen van de CO2-uitstoot. Dat volgt uit de afspraken in het Klimaatakkoord van het kabinet. Deze maatregel begint met het vaststellen van de CO2-uitstoot van het wagenpark. Daarvoor heeft Connekt het programma BigMile ontwikkeld, waarmee het meten van de “carbon footprint” verdergaand geautomatiseerd kan worden. Met een overzicht van de ritten en de verbruikte brandstof kan eenvoudig de CO2 uitstoot vastgesteld worden. Diverse verladers en vervoerders werken al met de tool. De uitdaging zit ‘m vooral nog in het aanleveren van de data. Hiervoor zijn nog te veel handmatige handelingen nodig. Op dit moment vindt de uitwisseling van data voornamelijk plaats met Excel bestanden, maar er wordt gewerkt aan een OTM5 stekker. De eerste tests zullen begin 2021 gedaan kunnen worden. Hiermee wordt een grote stap gezet om de benodigde ritdata sneller beschikbaar te hebben. Bovendien komt realtime inzicht in de CO2 uitstoot hiermee weer een stapje dichterbij. Meer info: https://bigmile.eu/.

  1. OTM5 en iSHARE

Tot slot een stukje opheldering over een ander initiatief, dat veelvuldig genoemd wordt bij data delen in de transportsector: iSHARE. De begrippen worden nog wel eens door elkaar gebruikt. OTM5 staat los van iSHARE, maar beide kunnen elkaar nodig hebben bij data-overdracht. Kort gezegd staat iSHARE voor de afspraken wie wat mag en kan zien en is OTM5 de taal van uitwisselen, ofwel het dataformaat. Binnen iSHARE worden afspraken vastgelegd over wie toegang mag hebben tot bepaalde data. iSHARE gaat om identificatie, authenticatie en autorisatie: welke partij krijgt toegang, is het ook daadwerkelijk de partij die toegang mag hebben en wat mag deze partij zien? Als die controles zijn uitgevoerd, mag de data daadwerkelijk uitgewisseld worden. Op dat moment wordt OTM5 als uniforme taal voor data overdracht ingezet.

Conclusie

Er zijn al serieuze stappen gezet in het volwassen maken van OTM5 als uniforme taal. Uit bovenstaande punten blijkt ook dat OTM5 in vrijwel ieder stukje van de logistieke keten kan worden ingezet, zowel voor publieke als private datadelingsvraagstukken. Dat maakt de kans op slagen van deze standaard groot. Dit beeld wordt nog eens versterkt doordat veel ICT leveranciers aan de slag zijn gegaan met OTM5 en er al diverse use-cases zijn opgestart. Vanuit de leveranciers komt ook positieve feedback over de opzet van OTM5. Het vergt een andere benadering dan de oude formats, maar geeft tegelijkertijd veel meer flexibiliteit en uitbreidingsmogelijkheden voor de inrichting. De technische informatie over OTM5 is te vinden op: https://otm5.opentripmodel.org/.

Laat een reactie achter voor vragen en/of opmerkingen en blijf de ontwikkelingen volgen. Mailen kan natuurlijk ook: menno@lambooylogistiek.nl.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.